Reinier van Valkenhoef, geboren op 11 juni 1859 in de Amersfoortse Langestraat 137, was al vroeg wees. Zijn moeder Geipje van Eijden overlijdt op 9 juni 1862 en zijn vader Hendrik van Valkenhoef op 24 augustus 1866.

Als gevolg daarvan is hij na het overlijden van zijn vader als “burgerjongen” opgegroeid tot “boerenjongen” bij zijn ongehuwde oom Gijs van Eijden en zijn ongehuwde tantes Comelia en Hendrika van Eijden op de boerderij “De Hilhorst” aan de Koedijk in Amersfoort (= nu Koedijkerweg 30 in Amersfoort).

Boerderij De Hilhorst is op 16 mei 1843 voor f 13.500,00 verkocht aan Lambertus Josephus George te Utrecht. De landerijen kunnen met Kerstmis 1843 aanvaard worden en de gebouwen op 1 februari 1844.

Lambertus Josephus George verpacht De Hilhorst voor f750,00 per jaar aan het Eemnesser echtpaar Reinier van Eijden en Niesje Schoonderbeek; de landerijen met ingang van Kerstmis 1843 en de opstallen met ingang van 22 februari 1844.

Reijnier van Eijden overlijdt op 13 januari 1852 en Niesje Schoonderbeek op 27 december 1865. Op de boerderij De Hilhorst blijven de ongehuwde oom Gijs van Eijden en de ongehuwde tantes Hendrika en Comelia van Eijden samen door boeren. Ook Aaltje van Eijden woonde toen nog op De Hilhorst en is later getrouwd met Gijs Koller. Teunis van Eijden was toen al getrouwd met Hentje Huurdeman, weduwe van Hendrik Voskuilen, en zij woonden in Hamersveld.

Als in de zomer van 1894 zowel Gijs van Eijden als Comelia van Eijden ziek worden (waarschijnlijk cholera), wordt Gijs van Eijden op boerderij Klein Liendert verzorgd door Reinier en Grietje van Valkenhoef en hij overlijdt daar op 26 augustus 1894. Comelia van Eijden blijft op De Hilhorst en wordt verzorgd door haar zuster Hendrika van Eijden en zij overlijdt daar op 30 augustus 1894.

Na het overlijden van haar broer Gijs en haar zuster Comelia verlaat Hendrika van Eijden boerderij De Hilhorst en gaat wonen bij Reinier en Grietje van Valkenhoef op Klein Liendert.

De boerderij De Hilhorst wordt dan door Lambertus George verpacht aan Jan van Leijenhorst, die de boerderij in gebruik heeft gehad tot 22 februari 1924.

De kapitale boerenhofstede De Hilhorst is in 1856 39 bunders 49 roeden en 98 ellen groot.