Hoe oud boerderij Roosendaal (Calveen) is, is niet bekend. Op de kaart van de polders der Eemlandtsche Leege Landen uit 1666 komt de aan Roosendaal (Calveen) grenzende boerderij De Hoogesteeg voor (perceel UT 78 in de polder Boven Duyst). Daaruit kan de conclusie worden getrokken, dat Roosendaal (Calveen) ook al in de 17e eeuw bestond. Roosendaal (Calveen) bestond, zoals uit kaartmateriaal blijkt, uit een Herenhuis omringd met een gracht ten noorden van de Calveenseweg en een boerderij ten zuiden van de Calveenseweg. Wanneer het Herenhuis is afgebroken is (nog) niet bekend.

Jan Bot verklaart 5 januari 1731 ten overstaan van notaris A.van Veersen, dat zijn zwager Samuel Patbrugge de hofstede Calveen uit de boedel van zijn overleden moeder heeft gekregen en betaald en dat Samuel ook de kledingstukken en sieraden van zijn schoonmoeder heeft betaald.

Bij akte van 18 februari 1731, opgemaakt door notaris A.van Veersen, verpacht Samuel Patbrugge de boerderij op Calveen aan Geurt Willemse voor een pachtpijs van f 185,00 per jaar. De boerderij was tot dan toe in gebruik bij de weduwe Peter Jansen. In het huurcontract wordt vermeld, dat het Herenhuis (ten noorden van de Calveenseweg gelegen) met de bijbehorende boomgaarden buiten de verhuur blijven.

Verder wordt nog vermeld, dat de verhuurder het recht aan zich houdt om de steeg vanaf de boerderij tot aan de Heijsteeg (= Zwarte steeg, later Reiniersteeg) te verbreden zonder dat de huurder aanspraken kan doen gelden uit verlies van grond.

In 1735 is Arnold van Roosendaal uit Nijkerk eigenaar van Calveen. Niet duidelijk is, of hij op het Herenhuis heeft gewoond of op de boerderij. Arnold van Roosendaal was in 1718 in Nijkerk voor de eerste keer getrouwd met Weijmke Ramshorst. Aan deze eigenaar heeft de hofstede Calveen de naam “Roosendaal” te danken.

Amoldus Franciscus van Roosendaal is van 25 december 1736 tot 28 oktober 1741 kerk­meester van de RK Kerk van Hoogland geweest. Deze Herenboer, in brieven van pastoor Ram van Schalkwijk wordt hij steeds Heer van Roosendaal genoemd, is aanvankelijk vriend en raadsman van pastoor H.J. Ram van Schalkwijk. Zodra Arnold van Roosendaal kerkmeester is, raakt de vriendschap snel over en komen er heftige meningsverschillen tussen hem en de pastoor voor in de plaats. De pastoor wilde de door de parochianen opgebrachte geldmiddelen gebruiken om zijn bouwvallige kerk en pastorie op te knappen, terwijl de meerderheid van het kerkbestuur onder aanvoering van Arnold van Roosendaal er een gouden ciborie (= kelk) voor de kerkdiensten wilde aanschaffen. Nadat het kerkbestuur buiten de pastoor om de ciborie had laten maken, barstte de bom en trad Arnold van Roosendaal af als kerkmeester. Arnold van Roosendaal is ook nog Schepen van Hoogland en Emic1aer geweest.

Op 14 juli 1761 is Calveen (Roosendaal) nog eigendom van de weduwe Roosendaal, de tweede vrouw van Amold van Roosendaal.

Abraham van Bemmel (geboren 1703) koopt de boerderij Roosendaal (waarschijnlijk) in 1762. Hij is notaris te Amersfoort en op 11 februari 176′) door Wittert van Hoogland aangesteld tot secretaris van de gerechten Hoogland en Emic1aer.

In 1770 is Bart Lambertse Post, gehuwd met Jacoba Jans Vonk, pachter van de boerderij Roosendaal. Hun dochter Cornelia Barten Post (geboren ca 1735) is op 25 november 1760 getrouwd met Hessel Cornelisse van Valkenhoef, boer op boerderij Valkenhoef. Het is voor Hessel Comelisse zijn 3e huwelijk. Cornelia was hulp in de huishouding bij Hessel sinds het overlijden van zijn 2e vrouw Evertje Jans.

Bij het overlijden van Abraham van Bemmei in 1785 erft zijn zoon Gerard van BemmeI het erf genaamd Calveen (=Roosendaal). Hij is sedert 1766 eerste klerk ter secretarie van de stad Amersfoort.

Op 13 september 1799 verkoopt Gerrit van Bemmei ten overstaan van notaris Suijch voor een bedrag van f 6.500,00 aan Theunis Hendrikse Kuijer, gehuwd met Gijsbertje Bastiaansen van de Heijde, erf en goed Calveen, bestaande uit boerenwoning, bergen, schuren en verder opstal, groot 25 morgen en gelegen van de Heijsteeg tot aan de boerderij De Hoogesteeg. Ten oosten ligt de boerderij van de kinderen van Hannes Kok (= boerderij Ooster of Klein Cal veen) en ten westen ligt de boerderij van Hendrik Jansen van de Wolfshaar (deze boerderij die ook wel(Klein) Calveen werd genoemd heeft Reinier van Valkenhoefin 1942 voor zijn oudste zoon Henk van Valkenhoef gekocht van Jan Brouwer uit Baarn, die op zijn beurt deze boerderij op een veiling heeft gekocht van Rijk of Riek van den Berg [ 9 mei 1916J gehuwd met Alijda van Valkengoed; Rijk van den Berg was boerenknecht bij de Alijda van Valkengoed en niet katholiek; om met Alijda van Valkengoed te kunnen trouwen is hij katholiek geworden; Alijda van Valkengoed is voordien gehuwd geweest met Reinier van Eijden, een neef van Reinier van Valkenhoef).

Het erf Cal veen (= Roosendaal) is leemoerig aan Huize Emiclaer en is belast met een jaarlijkse uitkering van f 12,00 om koren te kopen voor de RK Armen van Hoogland. Het haardstedegeld bestaat op drie schoorstenen.

Theunis Hendrik Kuijer verkoopt op 6 januari 1829 ten overstaan van notaris Ludovius Hondius de boerderij aal zijn schoonzoon Comelis Hooft, gehuwd met Dirkje Kuijer. Op een (kadaster)kaart van 1830 is Comelis Hooft. bouwman, als eigenaar aangegeven.

Dirkje Kuijer, weduwe van Comelis Hooft, en haar kinderen verkopen op 20 februari 1872 de boerenhofstede Cal veen genaamd, gelegen in de gemeente Hoogland, strekkende van de Heijsteeg totaan de boerderij De Hoogesteeg, belendende oostwaarts aan de eigendom van Pieter Hilhorst (= Ooster of Klein Cal veen) en westwaarts aan de eigendom van Jan van de Wolfshaar, zuidwaarts aan de Heijsteeg en noordwaarts aan de eigendom van Jan Voskuilen (= De Hoogesteeg), bestaande uit een boerenwoning met bakhuis, twee schuren, twee hooi- en koombergen en verder getimmerte, benevens erf, tuin, hooi- en weilanden, bouwlanden en bouwgronden, tuinderij, kadastraal bekend sectie B m 115 tot en met 123, 123a, 124 tot en met 132, 134 en 135, ter grootte van 20 bunder, 87 roeden en 90 ellen (= 20.12.66 ha), aan Aalbert van den Tweel uit Nijkerk ( geboren 8 juni 1822 en gehuwd met de 17 januari 1824 in Hoogland geboren Antje Voskuilen) voor een koopsom van f 18.000,00. De boerderij is belast met de erfdienstbaarheid van een voetpad tot aan de RK Kerk er met een uitgave van f 12,00 per jaar ten behoeve van de RK Armen van Hoogland. Aalbert van den Tweel is steeds weigerachtig geweest ten aanzien van de betaling van deze f 12,00 aan de RK Armen van Hoogland. Aalbert van denTweel is een van de 133 boeren die tussen 5 mei en 28 juni 1881 bouwmaterialen hebben gereden voor de bouw van een nieuwe katholieke kerk op Langenoord. De bouwmaterialen werden gehaald van het station aan het Smallepad, van de Schans of van de gemeentesteiger aan de Eem op Coelhorst.

Aalbert van den Tweel verkoopt boerderij Roosendaal aan Antonie ter Plaat, wonende te Hoogland F 22 (14 april 1842 geboren in Leusden en gehuwd met Maria van de Wolfshaar, geboren in 1832); het perceel B 135, groot ongeveer 3 ha en sindsdien bekend als Aalbertshoek, heeft hij daarbij niet verkocht. Op dat perceel heeft hij voor zichzelf een woning gebouwd, toen plaatselijk bekend als Heijsteeg B 7 (= thans Bakboord 41 in Amersfoort); hij heeft daar tot zijn overlijden op 11 oktober 1914 gewoond.

Bij het overlijden van Antonie ter Plaat op 3 april 1910 gaat boerderij Roosendaal over op zijn ongehuwde dochter Aleida ter Plaat (* 17.9.1877). Na de verkoop in 1915 verhuist Aaltje ter Plaat naar het adres Hoogland D 8 (= thans Kerklaan 2 in Hoogland).

Reinier van Valkenhoef koopt ten overstaan van notaris Knoppers te Amersfoort op 10 december 1915 de hofstede Roosendaal van Aleida ter Plaat voor een koopsom van f 18.300,00, waarvan f 3.300,00 werd aanbetaald en voor de resterende f 15.000,00 werd hypotheek gevestigd. De boerenhofstede bestond uit: een landbouwerswoning, erf, schuren, tuin, bouwland, weiland, water, weg en een stukje bos, met een totale oppervlakte van 17.15.40 ha, kadastraal bekend Hoogland B 115 tot en met 123, 123a, 124 tot en met 132 en 134. Plaatselijk was de hofstede Roosendaal bekend als Hoogland B 15. Perceel B 122 wordt omschreven als water en is op kaarten duidelijk herkenbaar als de gracht om het voormalige Herenhuis.

Op 29 december 1915 reeds verhuist Reinier van Valkenhoef met zijn vrouw Trui van Valkengoed en zijn kinderen Henk, Mie en Bep van de boerderij De Nieuwe Kruiskamp naar de hofstede Roosendaal.In 1937 heeft Reinier van Valkenhoef de boerderij Roosendaal afgebroken en heeft hij door zijn schoonzoon Dorus Smink voor f 6.000,00 een nieuwe boerderij laten bouwen. De deel was ingericht voor 28 melkkoeien en er was een paardenstal voor 3 paarden.

In 1935 verkoopt Reinier van Valkenhoef ongeveer 1.03.80 ha aan Rijkswaterstaat voor de aanleg van de Rijksweg Al. Omdat de aan te leggen rijksweg boerderij Roosendaal zou gaan doorsnijden, heeft hij bij de verkoop bedongen, dat het perceel B 1653 te allen tijde met landbouwvoertuigen bereikbaar zou blijven van en naar de boerderij. Na aanvankelijk verzet van Rijkswaterstaat om die bepaling in de verkoopakte na te komen, is bij de verbreding van de A1 in 1971/1972 op grond van dat beding uit 1935 onder de A1 de Reinierstunnel aangelegd.

In 1942 heeft Reinier van Valkenhoef het perceel B 1653, groot 5.18.00 ha, verkocht aan zijn oudste zoon Henk van Valkenhoef (20 mei 1943 gehuwd met Maria Jacoba v.d.Grootevheen).

Reinier van Valkenhoef heeft de hofstede Roosendaal ten overstaan van notaris G.P.A.L.te Leuken te Amersfoort op 11 april 1947 verkocht aan zijn zoon Reijer van Valkenhoef (28 april 1949 gehuwd met Heintje Hilhorst) voor een prijs van f 31.500,00. De hofstede bestond uit een huis met achterhuis, schuren, wagenloods, twee vijfroedenbergen, erf, verdere getimmerten, tuin, wei- en bouwland, hakhout en weg, kadastraal bekend Hoogland B 115 tot en met 123, 123a, 124, 134 en 1652, met een oppervlakte van 10.93.60 ha.

Reijer van Valkenhoef heeft in 1977 7.50.00 ha van de boerderij Roosendaal, gelegen ten noorden van de Calveenseweg, verkocht aan Antoon van ’t Klooster, boer op boerderij Ooster Calveen.

In 1988 heeft Reijer van Valkenhoef de boerderij Roosendaal met 0.36.00 ha grond (toen plaatselijk bekend Calveenseweg 12 te Hoogland) verkocht aan zijn zoon Reinier W.van Valkenhoef( gehuwd met Iet je Groenestein); de resterende grond ter grootte van 2.40.00 ha heeft Reinier van Valkenhoef tot 1994 van zijn vader gepacht. In 1994 heeft Reinier van Valkenhoef ook de gepachte grond van zijn vader gekocht.

Op 29 december 2000 heeft Reinier van Valkenhoef de boerderij Roosendaal, groot ongeveer 2.76.00 ha, verkocht aan W.J.Smink, Coelhorsterweg 11 te Hoogland in het kader van de realisatie van het plan Vathorst va de gemeente Amersfoort.

De hofstede Roosendaal is precies 85 jaar familiebezit van van Valkenhoef geweest.